Wat betekent travel in Engels?

Wat is de betekenis van het woord travel in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van travel in Engels.

Het woord travel in Engels betekent reizen, rijden, dragen, reizen, verkeer, speling, reizen, travel, caravan, travel trailer, travel agent, travel through, space travel, go for a drive, luchtvaart, luchtvaart, reiskosten, reisziekte, wagenziekte. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord travel

reizen

intransitive verb (move from place to place)

I love to travel. It took us all day to travel from the South of France to the ferry port in Calais.

rijden

intransitive verb (advance)

The trucks travelled along the road.

dragen

intransitive verb (light, sound)

Sound travels far in the canyon.

reizen

noun (act of travelling)

My brother likes foreign travel.

verkeer

noun (movement on a road)

There is a lot of travel on this road.

speling

noun (machinery: movement of a part) (mechaniek)

The travel on this chain really needs fixing.

reizen

plural noun (journeys)

He met many people on his travels.

travel

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

caravan, travel trailer

(aanhangwagen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

travel agent

(reisbureau)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

travel through

(door een gebied/land trekken)

space travel

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

go for a drive

(rondtrekken, rondreizen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

luchtvaart

noun (uncountable (plane journeys)

Air travel is no longer the journey of wonderment it was fifty years ago.

luchtvaart

noun (making journeys by passenger plane)

Since the events of September 11, 2001, airline travel has significantly changed.

reiskosten

plural noun (costs incurred during travel)

reisziekte, wagenziekte

noun (nausea caused by motion)

He can't travel in trains for long periods because of travel sickness.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van travel in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van travel

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.