Wat betekent partner in Engels?

Wat is de betekenis van het woord partner in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van partner in Engels.

Het woord partner in Engels betekent partner, medezaakvoerder, partner, partner, collega, partner, danspartner, partner, medespeler, een team vormen met, partner, companion, partner, boyfriend, partner, partner, partner, relation, sleeping partner, medeplichtige, wapenbroeder, stille vennoot, sparringpartner, sparringpartner. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord partner

partner, medezaakvoerder

noun (business associate)

The chef was a business partner of the restaurant owner.

partner

noun (spouse) (relatie)

Sleep can be difficult if your partner snores.

partner, collega

noun (police: colleague) (politie)

While he searched the suspect, his partner searched the car.

partner, danspartner

noun ([sb] who dances with another)

John dances well, and Mary likes to be his partner in the waltz.

partner, medespeler

noun (in a game) (tennis)

Jane and Dave played tennis with John and his partner, Mary. Ray's bridge partner that night was a Frenchman.

een team vormen met

transitive verb (join)

He partnered with his brother in the cooking contest.

partner, companion

(deelgenoot)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

partner

(vennoot) (business)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

boyfriend

(geliefde, partner)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

partner

(met wie men samenleeft)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

partner

(dansgenoot)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

partner

(partner)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

relation

(zakenpartner, kennis)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

sleeping partner

(commanditaire partner) (business)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

medeplichtige

noun (literal (criminal: accomplice)

Jen and Jeric are partners in crime.

wapenbroeder

noun (figurative, informal (close associate) (fig., informeel)

Lovely to see you again, my dear. And is this gentleman your partner in crime?

stille vennoot

noun (figurative (business investor with no active role)

Dad's only a silent partner in the business: he never gets involved in decision making.

sparringpartner

noun (in boxing practice)

Oscar earned extra money serving as a sparring partner for the champ.

sparringpartner

noun (figurative (in debates) (figuurlijk)

Your sparring partner in today's debate will be Simon Wilson.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van partner in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van partner

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.