Wat betekent interior in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord interior in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van interior in Spaans.
Het woord interior in Spaans betekent binnenst, binnen-, binnens-, binnenkant, binnen-, zaal-, indoor-,, achterland, binnenland, binnenwaarts, interieur, binnenste, binnenin een organisatie, inwendig, intern, voering, door land ingesloten, binnenboords, landinwaarts, catharsis, onderjurk, bruto binnenlands product, bodysuit, teddy, lingerie, ondergoed, onderkleding, stuk ondergoed, kamerplant, ondergoed, ondergoed, binnenlands, binnen, binnenin, huis-, thuis-. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord interior
binnenst
La parte interior de la casa tenía muchos artículos de colección. |
binnen-, binnens-adjetivo de una sola terminación (in samenstellingen) Las tres secciones interiores están forradas con marfil. |
binnenkantnombre masculino La estructura del edificio está en buenas condiciones, pero el interior necesita remodelación. |
binnen-, zaal-, indoor-,adjetivo (in samenstelling) Si llueve podemos ir a la piscina interior. |
achterland(de un país) Cuando estaba en el ejército, mandaron a Jimmy a una estación en el interior del país. |
binnenland
La familia Johnson se mudó de Sydney al interior el año pasado. |
binnenwaarts
El gobierno trata de asegurarse de que la mayor parte de las inversiones vienen del interior. |
interieurnombre masculino El interior de esta casa es hermoso. |
binnensteadjetivo (deportes) El auto interior está a la delantera. |
binnenin een organisatie
Con ese gobierno, nadie sabe lo que está pasando en su interior. |
inwendig, intern
Toda la electrónica era interna; la maquina parecía ser una caja. |
voering
El revestimiento del fondo del camión estaba estropeado. |
door land ingesloten
Varios de los estados de Estados Unidos están rodeados de tierra. |
binnenboords
Los pasajeros sentados en la sección interior del avión, por lo general están cerca de los baños. |
landinwaarts
Cuando los peces se agotaron, muchos de los pescadores tuvieron que mudarse tierra adentro y conseguir nuevos trabajos. |
catharsis
|
onderjurk(ropa interior femenina) |
bruto binnenlands product(sigla) El PIB es un indicador que sirve para medir la situación económica de un país. |
bodysuit, teddy(ES) (ondergoed voor vrouwen) |
lingerie
|
ondergoed, onderkledinglocución nominal femenina Tim se vistió, poniéndose primero la ropa interior y luego unos vaqueros y una camiseta. |
stuk ondergoedlocución nominal femenina |
kamerplant
El conservatorio estaba lleno de exóticas plantas de interior. |
ondergoedlocución nominal femenina Guardó su ropa interior limpia. |
ondergoedlocución nominal femenina |
binnenlands
|
binnen, binneninlocución preposicional Guardó sus sentimientos en su interior. |
huis-, thuis-
Actualmente se dedica a la decoración del hogar. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van interior in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van interior
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.