Wat betekent fora in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord fora in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fora in Portugees.

Het woord fora in Portugees betekent weg, buiten, naar buiten, buiten, buitenshuis, buiten, uit, van, buiten, weg, naar buiten, af, van, van … af, kan niet meedoen, niet beschikbaar, met effect, uit, uit, naast, weg van iets, af, weg van, van, van .. af, behalve, uitgezonderd, met uitzondering van, buiten, uit, vanuit, afwezig, weg van, buiten, uit, mis, behalve, opmerkelijk, merkwaardig, afwijkend, ouderwets, defect, buiten werking, ouderwets, foei, bandiet, wetsovertreder, uitsteken, eruit flappen, ga weg, maak dat je wegkomt, iets weglaten, dumpen, hem smeren, hem peren, niet uitgezonden, in slechte conditie, niet cool, niet gaaf, niet lauw, privé-, abnormaal voor het seizoen, met blote benen, buiten de baan, onbereikbaar, ontoegankelijk, zeker, vals, verboden terrein, uitverkocht, uit vorm, niet in vorm, uitgesloten, ondenkbaar, uit de mode, merkwaardig, disproportioneel, excentrisch, uit de hand, buiten zinnen, niet meer in druk, uit de roulatie, uit de weg, vals, creatief, daarbuiten, houding, niet ter zake, in alle staten, buiten zichzelf, gaat heen, ga weg, smeer 'm, wegwezen, Maak dat je wegkomt! Ophoepelen! Opgehoepeld!, roekeloos oversteken, bandiet, crimineel, bandiet, wetsovertreding, knalprestatie, dagtochtje, in de war raken, door elkaar raken, zich ontdoen van, kletsen, babbelen, ouwehoeren, uit de buurt blijven, het vuilnis buiten zetten, leuteren, wauwelen, ouwehoeren, door rood lopen, uit eten gaan, blijven slapen, stap uit, buitensluiten, ergens onderuit kruipen, ergens onderuit komen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fora

weg

advérbio (afwezig)

Meu pai não está aqui; está fora, em Chicago.

buiten, naar buiten

advérbio (do lado de fora)

Laura abriu a porta e foi para fora.

buiten, buitenshuis

O que você está fazendo aqui? Você deveria estar lá fora em um dia tão adorável!

buiten, uit

advérbio (do alcance) (buiten bereik)

van

preposição

O copo caiu fora da mesa.

buiten

preposição

weg

advérbio (longe de casa)

Ele foi lá fora dar uma volta.

naar buiten

advérbio

af

preposição (não anexado)

A tampa estava fora do pote de mostarda.

van, van … af

preposição (não estar usando)

Você já está fora do telefone?

kan niet meedoen

adjetivo

niet beschikbaar

adjetivo (indisponível)

met effect

advérbio (beisebol: lançamento) (balsport: van een slag, worp of trap)

O lançador lançou uma curva para fora que mal cruzou a placa.

uit

(fora da base) (honkbal of cricket: uitgetikt)

uit

advérbio (esporte: não em casa) (sport: niet thuis)

O time está jogando fora este fim de semana.

naast

(fora do alvo) (sport: schot)

Shelley atirou no alvo, mas seu tiro foi fora.

weg van iets

advérbio

af

preposição

weg van, van

(para longe de)

Estarei longe da escola semana que vem.
ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Het vliegtuig wijkt van zijn koers af.

van .. af

advérbio (abster-se, privar-se)

behalve, uitgezonderd, met uitzondering van

preposição (com exceção de)

Receio que esse pedido esteja fora das minhas competências.

buiten

(do lado de fora)

É fumegante dentro de casa e nebuloso do lado de fora.

uit, vanuit

adjetivo (informal)

afwezig

adjetivo

weg van

advérbio

buiten, uit

advérbio

O presidiário em fuga está fora do alcance da lei. Essa quantidade de comida está muito além do que eu estou acostumado a comer em uma única refeição.

mis

adjetivo (inexato)

behalve

Odeio todos os vegetais exceto cenouras.

opmerkelijk, merkwaardig

A mesa era notável pelo fato de que uma das pernas era mais curta do que as outras, deixando-a consideravelmente bamba.

afwijkend

(atípico)

ouderwets

defect, buiten werking

O aquecedor está quebrado, por isso chamei o conserto.

ouderwets

É um vestido antiquado. A visão de meus pais quanto ao casamento é muito antiquada.

foei

interjeição

bandiet

(verouderd)

A polícia descreveu o homem como um fora-da-lei desesperado em fuga.

wetsovertreder

uitsteken

(saliência, protuberância)

eruit flappen

Para horror da mãe dele, ele desabafou todos os detalhes da doença dela.

ga weg, maak dat je wegkomt

(informeel)

Estou tentando trabalhar, saia!

iets weglaten

O pão não cresce porque eu esqueci o fermento por engano.

dumpen

(informal) (spreektaal)

Mark está desconsolado desde que sua namorada terminou com ele.

hem smeren, hem peren

(gíria: sair de um lugar)

Essa festa está uma droga, vou vazar!

niet uitgezonden

locução adjetiva (tv of radio programma)

in slechte conditie

niet cool, niet gaaf, niet lauw

locução adjetiva (slang)

privé-

locução adjetiva (número de telefone) (in samenst., nummer)

abnormaal voor het seizoen

met blote benen

expressão

buiten de baan

locução adjetiva (sport)

onbereikbaar, ontoegankelijk

locução adverbial

zeker

expressão (informal: certeza de sucesso)

vals

expressão

verboden terrein

expressão

uitverkocht

expressão

uit vorm, niet in vorm

locução adjetiva (pessoa, fisicamente)

uitgesloten, ondenkbaar

expressão

uit de mode

O sofá em estilo anos 70 está fora de moda.

merkwaardig

locução adjetiva (figurado, original)

disproportioneel

locução adjetiva

excentrisch

uit de hand, buiten zinnen

locução adverbial

niet meer in druk, uit de roulatie

O livro é bastante difícil de ser adquirido porque ficou fora de catálogo.

uit de weg

locução adverbial

vals

locução adverbial (ao cantar) (zingen)

creatief

(informal, anglicismo)

Vamos tentar pensar fora da caixa.

daarbuiten

locução adverbial

houding

expressão (figurado, superficialmente)

niet ter zake

Se ele é ou não casado está fora de questão.

in alle staten, buiten zichzelf

locução adverbial (figuurlijk)

gaat heen

interjeição (ouderwets)

ga weg, smeer 'm, wegwezen

interjeição

"Ga weg!", riep ze terwijl ze met haar bezem naar de geschrokken kat wuifde.

Maak dat je wegkomt! Ophoepelen! Opgehoepeld!

(informeel)

roekeloos oversteken

bandiet

substantivo masculino

crimineel, bandiet

substantivo masculino e feminino

wetsovertreding

expressão

knalprestatie

(esportes)

dagtochtje

expressão

in de war raken, door elkaar raken

expressão

zich ontdoen van

Você precisa se livrar dessas calças. Você nunca mais as vestiu.
Je moet jezelf ontdoen van die broek. Je draagt die nooit meer.

kletsen, babbelen, ouwehoeren

expressão (figurado, conversar) (informeel)

uit de buurt blijven

expressão verbal (informeel)

het vuilnis buiten zetten

leuteren, wauwelen, ouwehoeren

(informal) (informeel)

door rood lopen

expressão verbal (atravessar a rua sem obedecer regras)

uit eten gaan

expressão verbal

Anna quer comer fora essa noite porque ela está cansada de cozinhar.

blijven slapen

stap uit

locução verbal (informal: sair de um veículo)

buitensluiten

Eu comecei a bater na porta quando descobri que tinha me trancado do lado de fora.

ergens onderuit kruipen, ergens onderuit komen

(figurado: evitar) (figuurlijk)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fora in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van fora

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.