Wat betekent fast in Engels?

Wat is de betekenis van het woord fast in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fast in Engels.

Het woord fast in Engels betekent snel, snel, vasthouden aan, niet afwijken van, vasten, vastentijd, vóór, vasten, snel, vroeg, gevoelig, vast, gemakkelijk, sletterig, vast, lichtvast, vasten, niet eten, fast, swift, quick, fast, prompt, quickly, swiftly, rapidly, quickly, promptly, swiftly, rapidly, fast asleep, grow fast, very fast, extremely fast, vasthouden, vasthouden aan, vliegensvlug, razendsnel, in diepe slaap, fastfood, fastfood, snack, vooruit spoelen, vooruit spoelen, fast-forward knop, hoog tempo, snelle vooruitgang, , fastfoodrestaurant, snel, vlug, rad, jachtig, met een hoog tempo, in hoog tempo, vaste regel, voet bij stuk houden, stilstaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fast

snel

adjective (quick, rapid)

The fast fox caught the chicken.

snel

adverb (quickly)

She ran fast to catch the train.

vasthouden aan, niet afwijken van

adverb (non-negotiable) (figuurlijk)

He plans to hold fast to his asking price.

vasten, vastentijd

noun (period without food)

The fast lasts for forty days.

vóór

adjective (clock: ahead of time) (klok)

That clock is five minutes fast.

vasten

intransitive verb (not eat for a period)

Some religions require its followers to fast during a holy season.

snel, vroeg

adjective (ahead of time)

You arrived here fast.

gevoelig

adjective (film: sensitive) (film)

This is a fast film, so don't expose it too long.

vast

adjective (fixed)

Don't worry about that handle - it's fast now.

gemakkelijk, sletterig

adjective (immoral) (van een vrouw, beledigend)

Stay away from her - everyone says she is fast.

vast, lichtvast

adjective (colour: does not fade) (van inkt of verf)

Yes, these colours are fast and should not bleed.

vasten, niet eten

intransitive verb (avoid eating)

To protest his treatment, the prisoner decided to fast.

fast, swift

(vlug, rap)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

quick, fast, prompt

(snel)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

quickly, swiftly, rapidly

(vlug bewegend)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

quickly, promptly, swiftly, rapidly

(gauw, op vlugge wijze)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

fast asleep

(vast slapend)

grow fast

(figuurlijk (zeer hard groeien)

very fast, extremely fast

(zeer snel)

vasthouden

phrasal verb, transitive, inseparable (firmly, tightly)

The rope held fast to the boat.

vasthouden aan

phrasal verb, transitive, inseparable (uphold: principle, idea) (figuurlijk)

He holds fast to his socialist principles.

vliegensvlug, razendsnel

adjective (US, figurative (rapid)

in diepe slaap

adjective (sleeping deeply)

I love being awake when everyone else in the house is fast asleep.

fastfood

noun (junk food)

We eat fast food occasionally when we don't have time to cook.

fastfood, snack

noun as adjective (relating to fast food)

Many fast-food items contain unhealthy amounts of sugar and fat.

vooruit spoelen

intransitive verb (advance rapidly)

Fast forward to the last five minutes of the film clip - that's the funniest bit.

vooruit spoelen

transitive verb (advance rapidly)

fast-forward knop

noun (button: advance)

He hit fast forward, and images in the film sped by.

hoog tempo

noun (brisk or rapid rhythm)

He walked at such a fast pace that it was difficult to keep up with him.

snelle vooruitgang

noun (figurative (route to rapid advancement)

transitive verb (speed the progress of)

His father put pressure on them to fast-track his application.

fastfoodrestaurant

noun (quick service restaurant)

Fast-food restaurants tend to serve unhealthy food.

snel, vlug, rad

adjective (quick)

The fast-moving traffic on this street makes it dangerous to cross.

jachtig

adjective (moving rapidly)

It was such a fast-paced movie that I felt a little dizzy afterward. Life in the city can be very fast paced.

met een hoog tempo, in hoog tempo

adjective (happening rapidly)

vaste regel

noun (rule: unbreakable)

There's no hard-and-fast rule about what makes good picnic food.

voet bij stuk houden

intransitive verb (figurative (not change one's mind) (figuurlijk)

Once I make my mind up, I always stand fast in my decision.

stilstaan

intransitive verb (literal (not move)

I expected the cat to run away but it stood fast. The guards at Buckingham Palace are trained to stand fast, even if tourists provoke them.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fast in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van fast

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.