Wat betekent dó in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord dó in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dó in Portugees.

Het woord in Portugees betekent medelijden, bij aankomst overleden, C, naar, tot aan, tot voor, landelijk, nationaal, opmerkelijk, merkwaardig, afwijkend, oosters, noordoostelijk, fibula-, kuitbeen-, moedeloos, vers van de pers, tegenvallend, teleurstellend, gelijk, anders, zeester, tweedejaarsstudent, papegaaiduiker, veldmuis, gewone man, baarmoederhals, penetratie, zonsondergang, bevriezing, kaaiman, korreligheid, populier, uitloggen, uitloggen, quarterback, zeeanemoon, vink, Alaska-malamute, leeuwerik, zuiderling, stern, grote Canadese gans, Poolster, besluiteloos persoon, trefbal, woestijnvos, fennek, voetlicht, ergens omheen draaien, zich bewegen, opduiken, oostelijk, renaissance, tarsaal, kinderkamer, tweedejaars scholier, voorschort, schort, zonsondergang, slotfase, eindfase, vleugje scherpzinnigheid, weerman, broodboom, paranoot, bijstaan, teen, zee-egel, Texaanse ratelslang, groefkopadder, klipdas, overtreffen, overschrijden, broeden, zee-, volks-, fout, verkeerd, bodem, puitaal, niet uitgezonden, noordelijk, westwaarts, onvoldoende, overgaar, buitenboord-, minder dan normaal, te licht, noordwestelijk, zuidoostelijk, zuidwestelijk, in het midden van het jaar, halverwege het jaar, noordoostelijk, noordwestelijk, zuidoostelijk, zuidwestelijk, vooraan het toneel, vooraan het podium, bovenhands, bovengronds, bovenhands, van het vagevuur, tweedejaars, ondermaats, onbereikbaar, ontoegankelijk, makkelijker gezegd dan gedaan, gitzwart, vals, naar buiten, tiptop, binnen handbereik. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord dó

medelijden

substantivo masculino (ontelbaar)

Sinto dó quando vejo uma criança faminta.

bij aankomst overleden

(abrev declaração de óbito) (van patiënt)

C

substantivo masculino (muzieknoot)

Se eu cantar na tonalidade de dó, eu consigo atingir as notas altas.

naar, tot aan, tot voor

preposição

John diz que é primo de terceiro grau do presidente.

landelijk, nationaal

Beto chegou à seleção nacional de futebol.

opmerkelijk, merkwaardig

A mesa era notável pelo fato de que uma das pernas era mais curta do que as outras, deixando-a consideravelmente bamba.

afwijkend

(atípico)

oosters

noordoostelijk

fibula-, kuitbeen-

(in samenstellingen)

moedeloos

vers van de pers

(figurado: imprensa, recém divulgado) (krant)

tegenvallend, teleurstellend

gelijk

Todos devem ser tratados igualmente.

anders

(de outro modo)

Deveríamos ir ao cinema, senão ficaremos em casa a noite inteira.

zeester

substantivo feminino

tweedejaarsstudent

(BRA, EUA: universidade)

A maioria dos estudantes escolhem sua graduação quando são segundanistas.

papegaaiduiker

substantivo masculino (soort vogel)

veldmuis

substantivo masculino (roedor)

gewone man

(INGL, sem título)

baarmoederhals

(abertura do útero)

penetratie

zonsondergang

substantivo masculino

bevriezing

(causada por gelados)

Ellie sofreu ulceração depois de andar descalça na neve.

kaaiman

korreligheid

populier

substantivo masculino

uitloggen

(inf.: desconectar)

uitloggen

(inf.: saída)

quarterback

(fut americano: quarto zagueiro) (American Football)

zeeanemoon

substantivo feminino (BRA:) (bloemdier)

vink

(biologie)

Alaska-malamute

substantivo masculino (cachorro do Alasca)

leeuwerik

(tipo de pequeno pássaro) (biologie)

zuiderling

stern

substantivo feminino (dierkunde)

grote Canadese gans

substantivo masculino (dierkunde)

Poolster

besluiteloos persoon

trefbal

(BRA: jogo com bola) (sport)

woestijnvos, fennek

(dierkunde)

voetlicht

(theater)

ergens omheen draaien

(figurado, informal)

zich bewegen

Eu não consigo fazer a pedra se mexer nem um pouquinho!

opduiken

(informal: aparecer de repente) (informeel)

Os problemas começaram a aparecer quando instalamos o novo software.

oostelijk

renaissance

(geschiedenis)

tarsaal

(m.b.t. tarsus)

kinderkamer

(BRA, quarto do bebê)

Enquanto a mãe e o pai jantam, o bebê dorme no berçário.

tweedejaars scholier

(BRA, EUA: escola)

Um segundanista da nossa escola ganhou a competição de ciências.

voorschort, schort

(fronte do avental)

zonsondergang

substantivo masculino (hora do) (tijdstip)

slotfase, eindfase

vleugje scherpzinnigheid

(fig.)

weerman

(repórter que informa a previsão do tempo)

broodboom

substantivo feminino (arvore frutífera)

paranoot

bijstaan

A mulher do político o apoiou quando ele foi acusado de mal uso de verbas públicas.

teen

(gíria)

zee-egel

substantivo masculino

Texaanse ratelslang, groefkopadder

klipdas

substantivo masculino

overtreffen, overschrijden

broeden

zee-

(in samenstelling)

A tartaruga marinha vai à praia para acasalar.

volks-

(in samenstelling)

O congressista é um herói popular na pequena cidade onde cresceu.

fout, verkeerd

(informal)

Você escreveu essa palavra errado.

bodem

puitaal

(peixe) (vissoort)

niet uitgezonden

locução adjetiva (tv of radio programma)

noordelijk

locução adjetiva (vindo do norte)

westwaarts

locução adjetiva

Tom mora em uma casa no limite oeste da vila.

onvoldoende

overgaar

buitenboord-

adjetivo (motor) (in samenstellingen)

minder dan normaal

te licht

locução adjetiva

noordwestelijk

locução adjetiva

zuidoostelijk

locução adjetiva

zuidwestelijk

locução adjetiva

in het midden van het jaar, halverwege het jaar

locução adjetiva (referente a)

noordoostelijk

(que vem do nordeste)

noordwestelijk

locução adjetiva (que vem do noroeste)

zuidoostelijk

locução adjetiva (uit het zuidoosten)

zuidwestelijk

locução adjetiva (uit het zuidwesten)

vooraan het toneel, vooraan het podium

locução adverbial

bovenhands

locução adjetiva (sport)

bovengronds

adjetivo

bovenhands

locução adjetiva (sport)

van het vagevuur

locução adjetiva

tweedejaars

locução adjetiva (universidade)

ondermaats

onbereikbaar, ontoegankelijk

locução adverbial

makkelijker gezegd dan gedaan

gitzwart

vals

expressão

naar buiten

expressão (conhecido publicamente) (figuurlijk)

tiptop

expressão (informeel)

binnen handbereik

expressão (figuurlijk)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.