Wat betekent assalto in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord assalto in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van assalto in Portugees.
Het woord assalto in Portugees betekent diefstal, stelen, roven, aanval, roofoverval, straatroof, inbraak, inval, verrassingsaanval, roof, beroving, aanval, charge, aanval, struikroverij. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord assalto
diefstal(figurado, informal) (figuurlijk) Vinte libras por isso? Isso é um assalto em plena luz do dia! |
stelen, roven
Houve um roubo nos correios semana passada. |
aanvalsubstantivo masculino O assalto que Carrie sofreu a deixou machucada e ensanguentada. |
roofovervalsubstantivo masculino |
straatroofsubstantivo masculino (agredir para roubar) Houve outro assalto na Estação Central. |
inbraaksubstantivo masculino (violação de domicílio) |
inval, verrassingsaanval
A incursão rebelde na cidade pegou as autoridades de surpresa. |
roof, berovingsubstantivo masculino Os ladrões de joias realizaram um roubo impressionante. |
aanval, charge(militar) o ataque do exército em território inimigo foi um grande sucesso. |
aanvalsubstantivo masculino (atacar) Esperamos o ataque do inimigo a qualquer momento. |
struikroverij(crime) (verouderd) Carjacking is de moderne equivalent van een roofoverval. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van assalto in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van assalto
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.