Wat betekent andar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord andar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van andar in Portugees.
Het woord andar in Portugees betekent omgaan met, lopen, lopen, rondlopen, rijden op, omgaan met, verdieping, etage, tred, gang, verdieping, etage, omgaan met, optrekken met, lopen, stappen, handen vasthouden, lopen, verdieping, wandelen, etage, verdieping, lopen, paardrijden, ritje op de rug, geparadeer, kuieren, paraderen, met iemand omgaan, rijden, trippelen, stommelen, zo simpel als wat, beneden, pas, loop, benedenverdieping, paardrijden, paardrijden, bovenverdieping, hand in hand gaan, lopen, betreden, in handgalop gaan, sjokken, fietsen zonder te trappen, schrijden, zijwaarts lopen, zijdelings lopen, onhandig rennen, zwalken, een eerlijk mens worden, rondhangen, klooien, prutsen, besluipen, beneden-, haastig, gehaast, startersfunctie, begane grond, liftend reizen, motorrijden, sleeën, skateboarden, op zijn tenen lopen, bobsleeën, schaatsen, schrijden, motorrijden, met elkaar uitgaan, tweede, brommen, trippelen, rondlopen, fietsen, heen en weer lopen over of door, bijeenkomen, heen en weer lopen, peuter, dreumes, bovenverdieping, varen, marcheren, omgaan met, sluipen, rondneuken met. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord andar
omgaan met(ter como companhia) Ele anda com o tipo errado de pessoas. |
lopen
Você gostaria de dirigir ou andar? |
lopen, rondlopen
|
rijden op(de bicicleta) Ele anda de bicicleta todos os dias. |
omgaan met(ter amizade com) |
verdieping, etagesubstantivo masculino (edifício) |
tred, gangsubstantivo masculino Você ver o balançar no andar dele depois daquele encontro. |
verdieping, etagesubstantivo masculino Quantos andares tem aquele prédio? |
omgaan met, optrekken met(manter contato constante) Você tem andado bastante com aqueles garotos, não? |
lopen, stappen(a pé) O carro quebrou, então teremos que andar. |
handen vasthoudenlocução verbal |
lopen(gíria) Hanna furou o pneu, por isso ela teve de andar para o trabalho. |
verdiepingsubstantivo masculino Moro no primeiro andar do meu prédio. |
wandelen
Aos domingos, o casal gostava de passear a pé pelo parque. |
etage, verdiepingsubstantivo masculino (arquitetura) Loretta morava no terceiro andar. |
lopenlocução verbal (basquete) (basketbal) O jogador de basquete ia marcar, mas ele andou com a bola. |
paardrijden
Maggie gosta de equitação e cavalga todo dia. |
ritje op de rug(BRA: informal, andar nas costas de outro) |
geparadeer(BRA) Mesmo que ele esteja longe, eu sei que aquele é John; eu reconheceria sua ginga em qualquer lugar. |
kuieren(passear) |
paraderen
Os colegas de Nina podiam dizer, pelo seu pavoneio, que ela estava satisfeita consigo mesma. |
met iemand omgaan
|
rijden
Dirigimos por 80 quilômetros, mas depois o carro quebrou. |
trippelen(figurado) |
stommelen(figurado) |
zo simpel als wat(figurado) |
benedenlocução adverbial Raquel correu para o andar de baixo para abrir a porta para os convidados. |
pas, loopsubstantivo masculino Ben vestiu um suporte em sua perna para corrigir sua passada. |
benedenverdieping
Prédios comerciais normalmente têm lojas no andar térreo. A cafeteria fica no primeiro andar, logo depois da recepção. ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Op de benedenverdieping van kantoorgebouwen vind je vaak winkels. De cafetaria is op de benedenverdieping, net naast de lobby. |
paardrijden(atividade) Eu adoro andar a cavalo, mas meus músculos doem depois. Ik hou van paardrijden, maar het zorgt ervoor dat mijn spieren achteraf pijn doen. |
paardrijdenexpressão verbal (atividade) Uma das minhas atividades de verão favoritas é andar a cavalo. Een van mijn favoriete zomeractiviteiten was paardrijden. |
bovenverdiepingsubstantivo masculino (andar superior de um edifício) |
hand in hand gaanexpressão (figurado: associado) Voor veel mensen gaan roken en drinken hand in hand. |
lopenlocução verbal (caminhar) |
betreden
Pisei com cuidado ao passar pelo chão escorregadio. Você pisou por todo o tapete com suas botas enlameadas. |
in handgalop gaanexpressão verbal (cavalo) (paardrijden) |
sjokken
|
fietsen zonder te trappenlocução verbal |
schrijden
|
zijwaarts lopen, zijdelings lopen
|
onhandig rennenlocução verbal |
zwalken
|
een eerlijk mens worden
Depois de sair da prisão, Alan estava determinado a andar na linha. |
rondhangenlocução verbal |
klooien, prutsenexpressão (informal, figurado) (informeel) |
besluipen
Quando Gary andou de fininho e bateu no meu ombro, eu pulei. |
beneden-locução adverbial (in samenstelling) A casa tem um banheiro no andar de baixo e um no andar de cima. |
haastig, gehaast(com pouco tempo) A editora estava com pressa para preparar o livro a tempo do período antes do natal. |
startersfunctie(figurado, trabalho nível inferior) |
begane grond(andar no nível do solo) |
liftend reizen(BRA) |
motorrijdenlocução verbal |
sleeën
Andamos de trenó morro abaixo a tarde toda. |
skateboardenlocução verbal Simon e Jake gostam de andar de skate para a escola quando o tempo está bom. |
op zijn tenen lopenlocução verbal |
bobsleeënlocução verbal |
schaatsenexpressão verbal |
schrijdenexpressão verbal Len entrou com passos largos no escritório e exigiu ver o gerente. |
motorrijden
|
met elkaar uitgaan(informal, encontro romântico) Por que não saímos juntos em um encontro de verdade? ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Waarom gaan we niet met elkaar uit op een echte date? |
tweedelocução adverbial (verdieping) |
brommen
|
trippelen(com passos curtos) Keila andava delicadamente pela rua em saltos altos. |
rondlopenexpressão verbal Ele anda por aí imundo. Ela anda por aí como se fosse dona do lugar. |
fietsenexpressão verbal Os amigos andaram de bicicleta pela cidade para assistirem um filme. |
heen en weer lopen over of doorexpressão Ela andou de um lado para o outro. |
bijeenkomen
Assim que o novo restaurante abriu, a comunidade local começou a afluir para ele depois do trabalho. |
heen en weer lopenexpressão verbal Ele andava para lá e para cá do lado de fora enquanto sua mulher dava à luz o bebê. |
peuter, dreumes
|
bovenverdieping
|
varenexpressão verbal Sam gosta de andar de barco nas férias de verão. |
marcherenexpressão verbal (militair) Os alunos andaram em fila obedientemente para dentro da sala um por um. |
omgaan met(reunir-se com) |
sluipenlocução verbal Ela andou na ponta dos pés rapidamente pela sala para pegar a bolsa sem acordar ele. |
rondneuken metlocução verbal (gíria) (slang) Hij neukte in het rond met ieder meisje in de stad voor hij Helen leerde kennen. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van andar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van andar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.