Wat betekent agarrar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord agarrar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van agarrar in Portugees.

Het woord agarrar in Portugees betekent grijpen, pakken, grijpen, stevig vastpakken, vastpakken, beetpakken, pakken, grijpen, stevig vasthouden, pakken, grijpen, vastpakken, greep, in de knoop raken, ergens in verstrikt raken, zich vastklampen aan, greep krijgen op iets, vangen, opvangen, iets behouden, met beide handen aangrijpen, pakken, grijpen, vastpakken, vastgrijpen, vastklemmen, vastpakken, grijpen, vastgrijpen, vastklemmen, aan iets vasthouden, plakken, kleven, pakken, grijpen, omhelzen, happen naar, vangen, vasthouden aan, vast blijven zitten, iets proberen te grijpen of vastpakken, knuffelen, met beide handen aangrijpen, goed vasthouden, stevig vasthouden, aan iets vasthouden, aan iets vasthouden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord agarrar

grijpen, pakken

verbo transitivo

Nancy agarrou o braço de Edward.

grijpen

Ela pegou o dinheiro e correu para a loja.

stevig vastpakken

verbo transitivo

Bella sprong op de motorfiets van Jacob en greep zijn lichaam stevig vast.

vastpakken, beetpakken

pakken, grijpen

verbo transitivo

Ele deveria agarrar a bola e correr para a linha.

stevig vasthouden

verbo transitivo

A velha senhora agarrou a bolsa dela enquanto atravessava a rua.

pakken, grijpen

Anna agarrou a raquete com força quando entrou na quadra de tênis.

vastpakken

verbo transitivo (figurado) (figuurlijk)

greep

(ato de agarrar, segurar) (ook figuurlijk)

Heather agarrou firmemente a corda quando subia o penhasco.

in de knoop raken, ergens in verstrikt raken

Quando eu andava de bicicleta, meus cadarços agarraram nas catracas.

zich vastklampen aan

verbo transitivo (segurar-se)

O alpinista agarrou o rochedo quando a corda arrebentou.

greep krijgen op iets

verbo transitivo (agarrar, aproveitar)

Antes de levantar, agarre bem a carga e veja não é pesada demais.

vangen, opvangen

verbo transitivo

Eu consigo agarrar a bola com uma mão.

iets behouden

verbo transitivo (manter apesar de dificuldades)

Em todos os anos de pobreza, ela conseguiu se agarrar à sua dignidade.
In alle jaren van armoede, slaagde ze erin haar waardigheid te behouden.

met beide handen aangrijpen

(figurativo: agarrar uma oportunidade) (figuurlijk)

pakken, grijpen, vastpakken, vastgrijpen

verbo transitivo

Ela agarrou o braço dele e o puxou em direção a ela.

vastklemmen, vastpakken

verbo transitivo

Eles agarraram (or: apanharam) meus braços e começaram a puxar.

grijpen, vastgrijpen, vastklemmen

Mike segurou sua bolsa com força no metrô.

aan iets vasthouden

Se achar que vai escorregar, segure no meu braço.
Als je denkt dat je gaat uitglijden, hou je dan vast aan mijn arm.

plakken, kleven

A lama aderiu aos pneus do caminhão.

pakken, grijpen

Jason a pegou pelo pulso.

omhelzen

A garotinha abraçou sua boneca apertadamente.

happen naar

vangen

(BRA) (honkbal)

vasthouden aan

verbo pronominal/reflexivo (figurado: crença) (figuurlijk)

Não importa o que aconteça, as pessoas religiosas se agarram as suas crenças.

vast blijven zitten

(roupa, etc: estar apertada)

Eu não gosto da forma como meu novo vestido gruda.

iets proberen te grijpen of vastpakken

verbo pronominal/reflexivo

Quem se afoga se agarra a qualquer coisa próxima.

knuffelen

(mostrar afeição)

Esses dois estão tão apaixonados. Estão sempre se acariciando.

met beide handen aangrijpen

(informal, figurado: aceitar oportunidade) (figuurlijk, inf.)

goed vasthouden, stevig vasthouden

aan iets vasthouden

verbo pronominal/reflexivo

aan iets vasthouden

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van agarrar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.